SWF ontwikkelt en verduurzaamt
Inleiding: Súdwest-Fryslân is na de fusie met het zuidelijke deel van Littenseradiel op 1 januari 2018 met een oppervlakte van ruim 907 km² de grootste gemeente van Nederland. Met 90.000 inwoners die wonen in 89 kernen, waaronder zes van de Friese elf steden, is het ook een gemeente die met geen enkele andere gemeente vergelijkbaar is. Met recht kunnen we dus zeggen dat Súdwest-Fryslân een grote gemeente is, die er zowel provinciaal, regionaal, landelijk en ook in Europees verband toe doet. Súdwest-Fryslân staat op de kaart!
Na de verkiezingen op 22 november 2017 en de daaropvolgende informatiefase zijn CDA, PvdA, VVD en GroenLinks de onderhandelingen gestart met als doel de nieuwe coalitie te vormen voor de derde bestuursperiode van Súdwest-Fryslân. Hierbij bieden wij u het resultaat aan van een intensief onderhandelingsproces: het Hoofdlijnenakkoord 2018 – 2022: Súdwest-Fryslân ontwikkelt en verduurzaamt!
In een heel korte periode hebben we dit akkoord op hoofdlijnen weten op te stellen dat ruimte biedt aan een duaal bestuur; met politieke ruimte om als raad verdere kaders te stellen. Net als in de vorige bestuursperiode doen we het immers samen. We willen de periode januari tot mei 2018 dan ook benutten om met de raad en de samenleving zaken verder uit te werken. In die periode zal er ook meer duidelijkheid komen over de gevolgen van het regeerakkoord. Die duidelijkheid kunnen we gebruiken om zaken verder uit te werken.
Belangrijke basis voor dit Hoofdlijnenakkoord is dat we keuzes willen maken, keuzes die ons helpen om de juiste focus te hebben op onze grote(re) uitdagingen en ambities. Omdat we ons realiseren dat we niet alles (tegelijk) kunnen aanpakken.
De onderhandelaars namens CDA, PvdA, VVD en GroenLinks
CDA Douwe Attema, Maarten Offinga en Gea Akkerman-Wielinga PvdA Johan Feenstra en Stella van Gent VVD Hielke Bandstra en Mark de Man GroenLinks Angeline Kerver en Erik Faber
2. Hoofdlijnenakkoord
2.1 Vooraf Vanaf de start van Súdwest-Fryslân is op veel beleidsterreinen de basis op orde gebracht. Voorbeelden zijn de grondexploitatie, de kapitaalgoederen en de intensieve transitie binnen het Sociaal Domein. Het gunstige economische tij biedt mogelijkheden om verder te ontwikkelen. Daarom plaatsen we de Ontwikkelagenda hierna ook als eerste in dit Hoofdlijnenakkoord. We zien de Ontwikkelagenda als belangrijke kapstok voor structurele opgaven die we structureel regelen.
In dit hoofdlijnenakkoord hebben we de volgende thema’s geformuleerd:
De Ontwikkelagenda, Duurzaamheid, Werk, Sociaal, Sport en cultuur, Kernenbeleid, Economische zaken en landbouw, Omgevingswet, Vernieuwing lokale democratie, burgerparticipatie en bestuursstijl, Ontwikkeling ambtelijke organisatie, Financieel perspectief.
We geven van elk van deze thema’s een algemene beschrijving. We noemen ook onze taken, opgaven en ambities. Elk thema wordt afgesloten met een overzicht van de keuzes die bij hierin maken.
We wijzen hierbij ook op het belang van de onderlinge samenhang van de diverse thema’s. Zo zijn alle thema’s grotendeels terug te voeren naar de Kadernota en de Programmabegroting 2018. En zien we bij voorkeur dat alle projecten binnen de Ontwikkelagenda bijdragen aan de realisatie van de speerpunten in de Kadernota.
De volgorde van de hieronder verder beschreven thema’s is geen volgorde op basis van gewicht maar een volgorde die naar onze smaak het beste de samenhang in zaken duidt.
2.2 Ontwikkelagenda
Algemeen
Met de Ontwikkelagenda hebben we een krachtig instrument om nieuwe ontwikkelingen aan te jagen en te initiëren. We kunnen hierdoor ook snel inspelen op nieuwe ambities. In 2017 is de aanpak voor een meerjarige Ontwikkelagenda door de gemeenteraad omarmd, met een aanpak binnen vier subagenda’s (IJsselmeerkust, Bolsward, Sneek en Ut de Mienskip). We bouwen deze aanpak verder uit. Binnen de huidige opzet is er nog ruimte om tot verdere keuzes te komen (€ 10 miljoen). Zo nodig is hier meer investeringsruimte gewenst.
Een veelvoud aan mogelijkheden om de subagenda’s te vullen vraagt om het maken van scherpe keuzes. Meer slagkracht maakt een betere afstemming met partners mogelijk. Alleen op die manier kunnen we inzetten op gedeelde ambities, cofinanciering en multipliereffecten.
We onderkennen, met meer nadruk dan voorheen, het belang van de positie van Súdwest-Fryslân binnen de regio’s Noord-Nederland en het IJsselmeergebied. We kunnen hiermee de kracht en betekenis van Súdwest-Fryslân binnen Nederland en Europa scherper aangeven, zonder daarbij het unieke karakter van het Frieseigene uit beeld te verliezen. Juist tegen de achtergrond van LF2018 (eerder Culturele Hoofdstad 2018 genoemd) kan een (her)definiëring van het belang van onze gemeente een extra impuls krijgen. We plaatsen onze ambities bij voorkeur in een bovenregionale context.
Agenda Friese IJsselmeerkust
Súdwest-Fryslân wil zich steviger positioneren als IJsselmeerkustgemeente. Er ligt een forse nationale opgaaf om het IJsselmeergebied, met alle omliggende kustgebieden en kernen, een meer duurzame toekomst te geven. Samen met provincies en gemeenten is hier op diverse niveaus een agendering van onderwerpen voorbereid. We zoeken hier om een logisch vervolg op ontwikkelingen zoals die ondertussen op en langs de Afsluitdijk gestalte hebben gekregen (of nog krijgen). Hier is de realisatie van de vernieuwde sluis bij Kornwerderzand een belangrijk speerpunt.
Voor de aanpak IJsselmeergebied zoeken we aansluiting bij de inzet vanuit het Rijk om hier € 12 miljoen te investeren. Hoewel het Rijk met name natuurmaatregelen e.d. wil treffen, is hier een brede regio-agenda nodig. Vanuit de regio kijken we breder naar de inpassing van ontwikkelingen (zoals toerisme, erfgoed, landbouw, duurzame energie). Er ligt ook een verband met o.a. te treffen compenserende maatregelen voor windenergie. We onderkennen dat een gezamenlijke commitment ook om gemeentelijk cofinancieringsgeld vraagt. Onze toeristische sector is van groot belang voor de gemeente Súdwest-Fryslân. Door het vele water, de vaarverbindingen en het natuurschoon heeft het gebied een sterke concurrentiepositie. Ruim 10% van de werkgelegenheid is direct verbonden aan recreatie en toerisme. Het gebied vormt een van de belangrijkste vaarverbindingen; vanuit de IJsselmeerkust naar het achterland zoals het Friese merengebied, maar ook richting Noord-Duitsland.
Al begin 2018 willen we met de diverse partners en met de streek een inspirerend ambitiedocument opstellen. Stapsgewijs gaan we de externe financiële ruimte zoeken (co-financiering) om plannen te realiseren, waarbij recht wordt gedaan aan de dynamiek in het gebied. Het moet ook verdere ontwikkelingen aanjagen (multipliereffect).
Agenda Sneek/Bolsward
Van de 89.000 inwoners van Súdwest-Fryslân woont ongeveer de helft in één van de steden Sneek of Bolsward. Veruit het grootste deel van de arbeidsplaatsen in de gemeente (70%) bevindt zich in Bolsward en Sneek. Al onze kernen zijn gericht op deze twee steden. De samenvoeging van de vijftien kernen van de gemeente Littenseradiel versterkt deze oriëntatie op de centrumsteden van Súdwest-Fryslân.
De stedelijke structuur in Fryslân en Noord-Nederland hangt in belangrijke mate samen met de ligging van kernen/steden aan belangrijke verkeersroutes en waterwegen. De ligging van Sneek en Bolsward aan de A7 zorgen voor een substantiële ontwikkeldrive binnen deze twee steden. Het zorgt voor een grote aantrekkingskracht: voor bedrijven en bovenlokale/regionale voorzieningen. Ook de kwaliteit van de beide binnensteden speelt een onderscheidende rol. Met in samenhang hierdoor ook een aantrekkelijk stedelijk woonklimaat en een voor Friese begrippen dynamische woningmarkt. De samenhang in benadering tussen Sneek en Bolsward maakt het binnen de context van Noord-Nederland mogelijk om Súdwest-Fryslân stevig te positioneren binnen de stedelijke hoofdstructuur (onder ander binnen de Friese F4-aanpak). We kijken daarnaast ook nadrukkelijk naar mogelijke ontwikkelingen die de fysieke verbindingen kunnen versterken: bijvoorbeeld aquaduct Bolsward en de N354 Sneek-Leeuwarden.
We willen het specifieke belang en de bijzondere kwaliteiten van Sneek en Bolsward verder inzetten om Súdwest-Fryslân meer nadrukkelijk als woon-, werk- en verblijfsgebied in beeld te brengen. Juist de instandhouding en uitbouw van bovenlokale en regionale voorzieningen in beide steden, ook met een aantrekkelijke binnenstad, maakt het mogelijk om ook voor de rest van de gemeente het totale voorzieningenniveau toekomstbestendig te maken. Ook voor de toerist is deze verankering essentieel.
In Sneek omarmen we, zij het naar aard en schaal, de aantrekkingskracht voor bedrijfsvestiging en woningbouw. We zetten in op de realisatie van bedrijfsgebied De Hemmen III. Ook de diverse lopende woonprojecten worden, binnen het tempo van de Woonvisie en de daarop afgestemde programmering, met enthousiasme opgepakt. Door de verschillende mogelijkheden om in te breiden zal een substantieel deel van de woningopgaaf binnenstedelijk kunnen plaatsvinden. We zoeken hier ook de verbindingen met herstructurering en stedelijke vernieuwing. Expertise binnen gebiedsteams maakt een slimme verbinding met het Sociaal Domein mogelijk. Met partners, zoals de provincie, brengen we knelpunten in beeld en proberen die samen op te lossen.
We verwachten dat Sneek door een voldoende dynamiek aantrekkelijk blijft voor de vestiging van voorzieningen en dat ook de binnenstad een aantrekkelijk verblijfsgebied voor inwoners en toeristen blijft. We blijven alert op noodzakelijke ingrepen. Op diverse locaties rondom de binnenstad (de schillocaties) zijn concrete ontwikkeltrajecten aan de orde. Hier zijn specifieke keuzes nodig, zoals stedelijke dichtheid, functiemenging, bereikbaarheid en parkeren. Tevens zien wij een aantal duidelijke herstructureringsopgaven in Sneek (bijv. Sperkhem, Lemmerweg-Oost en het Eiland).
Voor Bolsward zien we de realisatie van het Historisch Centrum Westergo als een belangrijk impuls voor het opwaarderen van de binnenstad. Met het oude stadhuis als middelpunt kan ook de verdere herinrichting van de binnenstad gestalte krijgen en kunnen vragen rond bereikbaarheid en parkeren een plek krijgen. Juist ook in Bolsward vormt dit een belangrijke randvoorwaarde om het bovenlokale voorzieningenniveau voor de stad te behouden en uit te bouwen. Met de positionering van de gemeentelijke buitendienst in Bolsward geeft de gemeente hier zelf het goede voorbeeld.
Agenda Ut de Mienskip
De aanwezigheid van lokale voorzieningen vindt binnen Súdwest-Fryslân plaats in clusters van grotere en kleinere kernen of in de stedelijke gebieden via een wisselwerking tussen binnenstad en wijken. Binnen de aanpak Ut de Mienskip zetten we in op een duurzame instandhouding van het lokale voorzieningenniveau. We hebben het dan over dorpshuizen/wijkcentra, zorg, welzijn, onderwijs, sport en cultuur, maar ook over infrastructuur, zowel over land en water maar evenzogoed digitaal. Het vraagt ook om een kritische benadering van bestaande voorzieningen en de houdbaarheid op termijn. We leggen eerst de nadruk op de onderdelen digitale bereikbaarheid, veilige (fiets)verbindingen voor de schoolgaande jeugd, ondersteuning plaatselijke belangen/initiatieven en de noodzaak van ontmoetingsplaatsen. Om ruimte te bieden aan initiatieven ‘fan ûnderop’ (kracht van de samenleving) moeten er middelen zijn. Dit kan voor een deel zijn beslag krijgen binnen het Kernenbeleid en via de Ontwikkelagenda binnen dit onderdeel Ut de Mienskip. Het is erg belangrijk voor onze inwoners dat er voor hen voldoende voorzieningen zijn zoals sportvoorzieningen, dorpshuizen, culturele voorzieningen en scholen. Als ze niet dichtbij zijn, moeten ze wel zo goed mogelijk bereikbaar zijn. De demografische ontwikkelingen hebben grote invloed op de voorzieningen, de woonbehoefte en op de vervoersbewegingen en vervoersbehoefte. We zien daarin wel duidelijk regionale en lokale verschillen. Het voorgaande vraagt wat ons betreft om een integrale benadering van voorzieningen in onze gebieden (gebiedsgericht), in nauwe samenhang met onze keuzes en inspanningen op het gebied van wonen en vervoer. Onze inwoners hebben de noodzaak van ontmoetingsplaatsen ingebracht. Wij hebben dat inmiddels ondergebracht in deze Agenda Ut de Mienskip. Wij vinden dat iedere kern in beginsel een ontmoetingsplaats moet hebben, maar stellen ook dat dit niet per definitie een dorpshuis behoeft te zijn. Wij zullen als gemeente steeds faciliterend zijn aan onze kernen als het gaat om het vinden van en/of in stand houden van een ontmoetingsplaats. Daarbij valt onder meer te denken aan ondersteuning bij het vinden van relevante fondsen. Wij constateren dat er op detailniveau verschil is met het gemeentelijke beleid van Littenseradiel voor wat betreft het onderhoud van dorpshuizen. In deze coalitieperiode zullen wij de verschillen harmoniseren.
Planning
Binnen de huidige opzet biedt de Ontwikkelagenda een investeringsruimte van € 16 miljoen. Daarvan is nog circa € 10 miljoen nader te verdelen. Via een verdere prioriteitstelling krijgt de invulling stapsgewijs gestalte. We betrekken de raad bij de wijze waarop we tot keuzes willen komen. Een eerste belangrijk (verdere) inzet aan middelen leggen we voor de zomerperiode 2018 aan de raad voor via de Kadernota 2019.
Ontwikkelingen aanjagen
De Ontwikkelagenda vormt een belangrijk vehikel om met partners (verder) in gesprek te gaan om tot gezamenlijke ambities te komen. We willen hier bij de inzet van middelen meer ook de samenhang in ambities bekijken en bij voorkeur geld-bij-geld leggen. We verwachten dat hierdoor meer middelen binnen het gebied kunnen worden ingezet. Het helpt ons ook om scherp de financiële mogelijkheden binnen Europese, nationale en provinciale verbanden in beeld te krijgen.
2.3 Duurzaamheid
Duurzaamheid is het wezen van ons handelen en onze gedragingen. Van alle gemeenten in ons land worden forse inspanningen gevraagd om de nationale en internationale afspraken na te komen. Wij willen hierin een voorbeeld zijn. Daarbij wordt ingezet op drie ruimtelijk-fysieke pijlers, te weten: energietransitie, klimaatadaptie en circulaire economie. Deze drie hoekstenen moeten in samenhang worden bezien.
Vanuit het Rijk zijn voor 2050 de twee grootste uitdagingen, zoals nu bekend: De woningvoorraad in Nederland 100% energieneutraal maken en 100% circulaire economie (hergebruik grondstoffen). Voor energie komt daarbij dat aardgas voor 2050 verdwijnt. In de komende 32 jaar werken we stapsgewijs naar oplossingen. Ook de komende vier jaar vraagt dit al om een stevige inzet.
We werken in 2018 toe naar een nieuwe Duurzaamheidsagenda voor Súdwest-Fryslân. Daarin besteden we in ieder geval aandacht aan duurzaam handelen, onze specifieke focus op de drie genoemde pijlers, de te kiezen aanpak en de resultaten die we willen halen. We zetten in op verscherping van de ambities die er nu al liggen en die ook eerder dan 2050 gehaald zijn. Zo willen we dat alle woningen in Súdwest-Fryslân al in 2030 energieneutraal zijn. Om te bepalen wat daarvoor exact nodig is moeten er inventarisaties komen welke duurzaamheidsinvesteringen nodig zijn en wat de investeringskracht is van de woningcorporaties en private woningmarkt. Meer dan eerder zal een aanpak samen met de Mienskip worden opgepakt, evenals met onze belangrijkste bestuurlijke partners waaronder de woningcorporaties. Bij voorkeur doen we dat alles door het delen van lusten, lasten en zeggenschap, maar ook door in te zetten op bewustwording en op verandering van de mind-set als het gaat om dit brede terrein. We willen daarbij aansluiten bij de ervaringen die zijn opgedaan in enkele inititatiefdorpen zoals Pingjum en Molkwerum. De gemeente heeft een belangrijke taak bij dit onderwerp. We scheppen randvoorwaarden, jagen aan en stimuleren en willen zelf het goede voorbeeld zijn. Actuele kansen zullen we daarbij aangrijpen, bijvoorbeeld als vervanging of aankoop van auto’s aan de orde is.
Wij vinden dat het rendement van alle windparken moeten terugvloeien naar de regio. In het recente verleden hebben wij onze standpunten over gaswinning en windmolens geformuleerd. Deze standpunten blijven ook in de komende bestuursperiode geldig. En, tot slot, willen we ook het probleem van de hoogspanningskabel in de wijk Stadsfenne/Pasveer in Sneek oplossen door deze ondergronds te brengen.
2.4 Werk
De Arbeidsmarktopgave is een actueel vraagstuk. De Arbeidsmonitor liet zowel een hogere uitstroom maar ook een hogere instroom zien. De werkloosheid is op dit moment 6,2%. Dat willen we veranderen. Dit kan middels re-integratie naar werk en/of participatie richting maatschappelijke activiteiten (vrijwilligerswerk). Daarbij besteden we met name aandacht aan specifieke doelgroepen. Allereerst zetten we in op kansrijke groepen zoals mensen die korter dan vijf jaar in de uitkering zitten, jongeren tot 28 jaar en statushouders. Daarnaast besteden we ook veel aandacht aan arbeidsgehandicapten. Dit alles mondt uit in een innovatief uitstroomplan. We doen dit door intensieve samenwerking met Onderwijs en Ondernemers in het Arbeidsmarktplatform en met andere strategische partners op (boven)regionaal niveau. Doelstelling is om hiermee een neutrale balans te hervinden tussen inkomsten en uitgaven (in relatie tot de BUIG middelen). Dat betekent op dit moment concreet een uitstroom van 300 uitkeringsgerechtigden in 2022.
De marktontwikkelingen in Súdwest-Fryslân laten zien dat in een aantal sectoren een personeelstekort dreigt, oftewel de vraag naar personeel toeneemt. Het gaat dan met name om technische functies, functies in de bouw- en zorgsector en functies in de horeca. We zien dan ook hier een belangrijke opgave voor de 3 O’s (Onderwijs, Ondernemers en Overheid): samenwerken om bijvoorbeeld opleidingstrajecten te faciliteren en de vestiging van grote ondernemingen op De Hemmen III te stimuleren.
De gemeente heeft weinig directe invloed op de arbeidsmarkt en dus liggen onze doelen daar waar we wel rechtstreekse invloed hebben: het verbinden en bouwen van kennis en kennisnetwerken, het werken aan goed en passend onderwijs, het wegnemen van hindernissen of het geven van een extra duwtje in de rug voor ondernemers. Onze focus is gericht op: de werkgever centraal, stimulering MKB, sterke en vitale binnensteden, nieuwe activiteiten voor sleutelsectoren en toerisme/gastheerschap. De verbinding tussen de 3 O’s is cruciaal.
Met alle interventies en maatregelen brengen we het aantal werkzoekenden terug naar maximaal 4% in 2022.
2.5 Sociaal
Ruim 85% van onze inwoners redt zich uitstekend. De groep die, in welke zin dan ook, wel een steuntje kan gebruiken, faciliteren we vanuit onze zorg en verantwoordelijkheid voor een sociaal vitale gemeente. We hebben 3 jaar ervaring met een bredere verantwoordelijkheid in het sociaal domein. De transitiefase is afgerond. De nieuwe taken zijn belegd, het voorzieningenniveau is gehandhaafd en de zorg is gecontinueerd maar nog niet vernieuwd. We staan nu aan het begin van de transformatie in het sociaal domein. We willen de komende periode nadrukkelijk verder met de in 2015 gekozen strategie om inwoners echt centraal te stellen bij alles wat de gemeente doet. We willen de dienstverlening vormgeven volgens de uitgangspunten van ‘de bedoeling’: mensgericht, inwoner centraal, minder systemen en bureaucratie, doen wat nodig is en maatwerk leveren. Bij de organisatie van de dienstverlening in het sociaal domein hebben wij nadrukkelijk gekozen voor een integrale gebiedsgerichte werkwijze, thuis en in de dorpen en wijken.
De opgaves in het sociaal domein zullen vooral in samenwerking uitgevoerd worden. Dit doen we door het betrekken van o.a. de inwoners, het onderwijs, het bedrijfsleven, de zorgaanbieders en de cliëntenorganisaties. Dit past ook bij de veranderende rol van de gemeente in de samenleving. In die gebieden waarbij maatschappelijke initiatieven niet van de grond komen of waarbij kwetsbare inwoners ondersteuning blijvend nodig hebben is en blijft er een gemeentelijk vangnet.
Onder deze transformatieopgave verstaan we een cultuuromslag van bestuur, organisatie, inwoners en bedrijfsleven. Een omslag naar Anders Doen. Om deze ambitie te realiseren formuleren we de volgende speerpunten:
Kracht van de samenleving
Wij zien de kracht van onze inwoners: van jong tot oud met of zonder beperking. We hebben de ambitie om de draagkracht van de inwoners daar waar nodig te vergroten. Dit doen we door meer aan te sluiten bij de oplossingen die gedragen worden door de inwoners bijv. door het werken met het plan van de inwoner. Zo kan de maatschappij waarin we wat voor elkaar over hebben en waarin we samenwerken worden verstevigd. We willen de initiatieven van de inwoners beter zichtbaar maken en versterken. Omdat de gebieden in onze gemeente verschillen van elkaar, kan de aanpak ook per gebied anders zijn. De nieuwe welzijnsstichting (Sociaal Collectief) zal een cruciale rol spelen in het verbinden en het beter zichtbaar maken van deze initiatieven.
Preventie
Door meer in te zetten op preventie wordt de kwaliteit van leven van alle inwoners verbeterd en verwachten we dat er minder lichte en specialistische ondersteuning nodig is. Inwoners kunnen zo langer en beter participeren. Onze inzet op het terrein van preventie zoals het gezondheidsbeleid, mantelzorgbeleid, schulddienstverlening, sportbeleid, sluitende aanpak jongeren en minimabeleid gaan we de komende jaren intensiveren. We bekijken per gebied welke preventieve activiteiten nodig en mogelijk zijn. Dit doen we niet alleen, maar samen met onze inwoners en partners. Hierbij onderzoeken we ook nadrukkelijk of een verdere onschotting van budgetten kan leiden tot een adequatere inzet van middelen ten gunste van onze ambities op het gebied van preventie.
Vernieuwing zorglandschap
Wij gaan nog meer samenwerken met de zorgaanbieders en de zorgverzekeraar om de zorg voor inwoners nog beter te organiseren. We werken vanuit het perspectief van de inwoner. Dit betekent dat de vraag van de inwoner integraal opgepakt wordt. Dit is ook noodzakelijk omdat de verwachting is dat de vraag naar zorg toeneemt door de extramuralisering van de zorg en de vergrijzing. We investeren op de samenwerking van het medische domein en het sociaal domein. Dit doen we door afspraken te maken met de verschillende spelers over de samenwerking o.a. met de huisarts en de wijkverpleegkundige. We onderzoeken of we ook één toegang kunnen realiseren voor de inwoners met een meervoudige ondersteuningsvraag.
Vernieuwing lichte en specialistische ondersteuning
We werken met en vanuit het plan van de inwoner. Dit leidt ertoe dat er behoefte is aan nieuwe arrangementen en meer maatwerk. Het gaat hier om de ondersteuning bij Wmo, Jeugd en Participatie. Maatwerk, passend bij de behoefte van de inwoner. Cruciale spelers bij deze vernieuwing zijn: de cliëntenraden, de aanbieders en de gemeentelijke welzijnsstichting (Sociaal Collectief). In het kader van deze vernieuwing willen we tevens meer resultaatgericht gaan inkopen.
Vrijwilligers en mantelzorgers
Vrijwilligers en mantelzorgers zijn de pijlers waarop de gemeenschap van Súdwest-Fryslân rust. Iedereen die zo actief is verdient onze warme steun. We stimuleren de maatregelen om een gratis Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) te verlenen. We onderzoeken hoe we de mogelijkheden van een vrijwilligersvergoeding in relatie kunnen brengen met de uitstroom.
Onderwijs
Op het gebied van onderwijs spelen in de komende bestuursperiode twee belangrijke onderwerpen, te weten de doordecentralisatie van de onderwijshuisvesting en de krimp van het leerlingenaanbod. Doordecentralisatie houdt in dat de bevoegdheden en financiën voor de onderwijshuisvesting overgaan van de gemeente naar de schoolbesturen. Zij kunnen dan zelfstandig besluiten nemen over verbouw en nieuwbouw. In de afgelopen periode is de mogelijkheid van doordecentralisatie van de huisvesting in het voortgezet onderwijs onderzocht. Dat zal in 2018 tot besluiten leiden. Daarna willen wij doordecentralisatie verkennen naar de schoolbesturen in het primair en speciaal onderwijs. Bevolkingsprognoses laten zien dat we tot 2030 in Súdwest-Fryslân teruggaan van 9000 naar 6000 basisschoolleerlingen. Dit zet schoolbesturen voor grote uitdagingen, zowel onderwijskundig als qua huisvesting. Wij denken met hen mee en willen zit proces zoveel mogelijk faciliteren.
2.6 Sport en cultuur
Sport
We zien sport en sportactiviteiten als belangrijke dragers van een gezonde en vitale samenleving. We willen een relatie leggen met de ambities in het sociale domein. Súdwest-Fryslân kent een rijke traditie van sportbeleving. Dat is nog verder vergroot door de toevoeging van dorpen uit Littenseradiel. Om dit te accentueren hebben we de ambitie om tweejaarlijks een sport-event met een landelijke uitstraling te faciliteren. Dat hierbij ook het onderwijs een verbindende factor is, zien we als vanzelfsprekend uitgangspunt. We gaan de komende periode aan de slag met de verdere verkenning en uitwerking van Sportcarrousel Sneek en het vraagstuk rondom de kunstgrasvelden. Sporthart Bolsward zal zich vanuit de initiatieven onder de Agenda Ut de Mienskip verder ontwikkelen, waarbij we onze rol als gemeente zien als aanjagend en faciliterend. We zullen initiatieven die leiden tot een betere bundeling van accommodaties stimuleren en ondersteunen.
Cultuur
Cultuur zit in de haarvaten van onze samenleving. Deze kracht willen we behouden en zullen dan ook niet (verder) bezuinigen op Cultuur. We hebben veel parels in Súdwest-Fryslân die met elkaar verbonden een prachtige ketting vormen. We willen onze dorpen en steden faciliteren om verschillende van deze kettingen te maken. Deze kettingen kunnen als prachtig arrangement dienen voor de bezoekende cultuurliefhebbers. De Friese taal en de Friese cultuur zijn goed verankerd in onze samenleving en ook in ons bestuur. Het beleid dat daarop gericht is, zetten wij voort. We willen verder verkennen hoe de trekkracht van activiteiten vanuit LF2018 kunnen worden benut voor de toekomst. We spreken daarbij in ieder geval de ambitie uit om een tweejaarlijks cultuurevent met landelijke uitstraling te organiseren in Súdwest-Fryslân, waarbij we onze rol als gemeente zien als aanjagend en faciliterend. We willen daarbij ook een duidelijke verbinding leggen met activiteiten op het gebied van sport, toerisme en recreatie. Verder willen wij een goede inventarisatie van het cultureel erfgoed in de kernen en het buitengebied. Op basis daarvan willen we bekijken hoe we daar beleid op kunnen ontwikkelen. Het nieuwe Historisch Centrum Westergo in Bolsward wordt in de komende bestuursperiode de schatkamer van de regio, waarin archieven van de zuidwesthoek, musea, oudheidkamer en de bibliotheek worden gecombineerd. Het wordt, samen met gemeentelijke loket, een plek waar mensen elkaar graag ontmoeten en waar culturele en andere activiteiten worden georganiseerd.
2.7 Kernenbeleid
Kernenbeleid is en blijft het visitekaartje van Sudwest-Fryslan! Al voor het officiële ontstaan van Súdwest-Fryslân bestond de wens om de Mienskip centraal te stellen met behulp van een wijk- en dorpsgerichte aanpak. Dit uitgangspunt werd herhaald in het Bestuursprogramma 2011 – 2014. Vanaf dat moment staat het in Súdwest-Fryslân bekend als het ‘Kernenbeleid’. Al snel bleek (o.a. uit de Evaluatie van het Kernenbeleid, maart 2014) dat het kernenbeleid succesvol is opgezet. Dit heeft onder meer geleid tot een aantal relevante netwerken met daarbinnen zichtbaar de kracht van onze kernen. Ons kernenbeleid moet de sociale cohesie stimuleren en de leefbaarheid vergroten. De ervaringen met (kleine) kernen binnen Súdwest-Fryslân bieden kansen voor de kernen vanuit Littenseradiel voor het borgen van een vitale, sterke en solidaire samenleving waarin inwoners elkaar ondersteunen.
Door de dorpen- en wijkencoördinatoren is in de loop der jaren veel tijd en energie gestoken in de contacten met de dorps-, stads- en wijkbelangen, het delen van informatie en het ophalen en aanpakken van allerhande zaken die spelen binnen de verschillende kernen. Alle kernen zijn gestimuleerd om na te denken over de toekomst door het opstellen van eigen dorps- en stadsvisies. Daarbij werden naast de stads-, dorps- en wijkbelangen ook relevante maatschappelijke organisaties betrokken waaronder welzijnswerk, sportverenigingen, maatschappelijke verenigingen, kerken, woningbouwstichtingen etc. Ook werden de dorpen en wijken geclusterd om in gezamenlijkheid te kijken naar een bovenlokaal voorzieningenniveau nu en in de toekomst. De uitkomsten werden opgenomen in de zogenoemde clusteragenda’s die integraal opgenomen zijn in de Ontwikkelagenda onder de opgave “Lokale initiatieven út de Mienskip”. Met deze beweging laten we het begrip ‘clusteragenda’ los: we zien namelijk een duidelijke doorontwikkeling naar de grotere thema’s onder de vlag van de Ontwikkelagenda. Deze ontwikkeling betekent ook dat we blijven inzetten op de essentiële waarden van ons kernenbeleid. Het werken met vaste aanspreekpunten en het hanteren van korte lijnen is van essentieel belang voor de kernen en de stads-, dorps- en wijkbelangen. Dus niet alleen de grote thema’s zijn van belang, juist ook de kleine dingen zijn van grote waarde.
De dorpen- en wijkencoördinatoren gaan, met het oog op de opgave Lokale initiatieven út de Mienskip, meer en meer de rol van gebiedsregisseur vervullen. Er ligt daarbij zowel vanuit de Ontwikkelagenda als vanuit het Sociaal Domein een duidelijke opgave om meer gebiedsgericht te werken. Gebiedsgericht werken houdt in dat we vraagstukken in onze gebieden in samenhang benaderen: samenhang tussen ruimtelijke, sociale en bestuurlijke aspecten.
2.8 Economische zaken en landbouw
Lokale bedrijvigheid
Onze gemeente is een ondernemende gemeente: met 5.000 bedrijven, waarvan ruim 2.000 zzp’ers en in totaal ruim 30.000 arbeidsplaatsen. Er is dus een grote economische dynamiek en vitaliteit en we zien in onze gemeente een steeds groeiende werkgelegenheid. Werkgelegenheid is een bepalende factor voor de ontplooiing en het welzijn van onze inwoners. Daarom moeten we ervoor zorgen dat onze bedrijven, onze ondernemers, zich kunnen ontplooien. We zien daarbij een opgave voor de 3 O’s (Onderwijs, Ondernemers en Overheid) waar we bij het onderwerp ‘Werk’ al op ingingen. Binnen de bestaande wettelijke regels willen we ons ervoor inzetten om de lokale bedrijven zoveel mogelijk te betrekken bij gemeentelijke taken en opdrachten, waarbij we wel randvoorwaarden stellen op het gebied van duurzaamheid en social return.
Bedrijventerreinen
We willen voorkomen dat verrommeling van onze bedrijventerreinen in de toekomst een probleem wordt. Bestaande bedrijventerreinen willen wij dan ook zoveel mogelijk benutten. Dat neemt niet weg dat uitbreiding van bestaande terreinen mogelijk moet blijven, in ieder geval in Sneek en Bolsward. We zullen echter geen actief grondbeleid voeren, maar concrete aanvragen gericht benaderen.
Kapitaalgoederen
Een goede woon- en leefomgeving vinden we van groot belang voor al onze inwoners. Het is belangrijk dat onze inwoners over een woning kunnen beschikken die bij hen past en dat zij wonen in een veilige, prettige en duurzaam beheerde omgeving. De openbare ruimte bepaalt voor een belangrijk deel het gezicht en de aantrekkelijkheid van de leefomgeving in Súdwest-Fryslân. De wegen, vaarwegen, bruggen, sluizen, verlichting en riolering zijn belangrijke voorzieningen voor inwoners, bedrijven en toeristen. Onze gebouwen vertegenwoordigen een sociale, culturele en economische waarde. Daarmee zijn de kapitaalgoederen een belangrijke basis voor vele beleidsterreinen van de gemeente zoals recreatie en toerisme, sport, gezondheid en de lokale economie. Súdwest-Fryslân heeft door de fusie met een deel van Littenseradiel een flink aantal kapitaalgoederen erbij gekregen. Het onderhoud ervan wordt afgestemd op die van Súdwest-Fryslân. Eventuele financiële consequenties daarvan zullen wij via een ingroeimodel opnemen. We hechten aan een optimale voorlichting naar onze inwoners over de programmering van het onderhoud van met name wegen, straten, pleinen etc.
Landbouw/natuur/biodiversiteit
Wij juichen toe dat de landbouw wil verduurzamen en gaan dan ook graag met hen en andere partijen aan tafel om hierover ambities te bespreken en te verwezenlijken. Zo kunnen we de eco- en voedselsystemen, ook in Nederland, verbeteren. Van meerdere kanten wordt een meer optimaal gebruik van de natuurlijke omgeving bepleit. Biodiversiteit en de landschappelijke effecten kunnen we hiermee versterken.
Het vraagt om een meer duurzaam verantwoord gebruik van landbouw- en natuurgronden, waarbij het economische belang van de landbouw nadrukkelijk de aandacht vraagt. Verkenningen naar natuurinclusieve vormen van landbouw winnen aan belang. De landbouw- en agrofoodsector ondersteunen de zoektocht en zijn met natuurorganisaties in gesprek. Over en weer bestaat de bereidheid om klassieke stellingnames te nuanceren en naar oplossingen te zoeken. Zij zijn als eerste aan zet als het om dit onderwerp gaat. Wij willen vooral de gesprekken op gang houden en verder faciliteren.
We onderschrijven de gezamenlijke ambitie om tot een verantwoorde aanpak te komen. Als grootste landbouwgemeente van Nederland ligt hier ook een verantwoordelijkheid om juist in dit gebied innovatief te zijn en te denken in mogelijkheden en kansen. Ook op basis van specifieke vraagstukken binnen het klei- en het veenweidegebied.
We willen samen met provincie, gemeenten Leeuwarden en De Fryske Marren, de agrarisch collectieven, de LTO, het waterschap en het bedrijfsleven onderzoeken hoe we het proces vanuit de overheden kunnen faciliteren en ondersteunen. We kunnen aansluiten bij bestaande goed lopende initiatieven. Recent heeft LTO Noord ruimte gegeven voor verdere verkenningen en concrete maatregelen. Ook de Noordelijke aanpak (Living Lab Natuurinclusieve Landbouw Fryslân/Kening fan de Greide), waarin een breed palet aan partners is vertegenwoordigd, heeft landelijk een gidsfunctie.
We verwachten dat voor een belangrijk deel een aanpak in samenspraak tussen de landbouw-, natuur- en agrofoodsector kan plaatsvinden. Facilitair/ondersteunend zullen we als gemeente met name kunnen inzetten op aspecten zoals: verbindingen leggen, bevordering kennis en innovatie, stimulering goede voorbeelden, bevorderen gidsfunctie en wegnemen procedurele obstakels (vergunningverlening, planologie).
Verder willen we specifiek aandacht besteden aan het veenweidegebied in onze gemeente. De provincie, het waterschap, de gemeenten, belangenorganisaties en inwoners hebben samen een veenweidevisie opgesteld voor de gehele provincie. Doel daarvan is behoud van het bijzondere karakter van het veenweidegebied en de landbouwfunctie daarin. We gaan bekijken wat dit betekent voor Súdwest-Fryslân.
2.9 Omgevingswet
Na de ingrijpende stelselwijziging in het sociaal domein krijgen we te maken met een stelselwijziging in het ruimtelijk domein. Een stelstelwijziging met een enorme impact op onze wijze van beleid maken, besturen en organiseren. In lijn met onze aanpak in het sociaal domein willen we ook bij de stelselwijziging in het ruimtelijk domein de nadruk leggen op ‘de geest van de wet’. Dit is een omvangrijke operatie. Circa 40 wetten, ongeveer 120 AMvB’s en honderden ministeriële regelingen gaan geheel of deels op in het nieuwe stelsel van de Omgevingswet. De doelen die deze wet beoogt, sluiten erg goed aan op een groot aantal van onze strategische ambities zoals die eerder zijn vastgesteld. Denk aan gebiedsgericht werken, participatie, leefbaarheid en dienstverlening. Daarmee biedt de implementatie van de wet ons kansen om deze ambities, wellicht versneld, te bereiken.
Om de stelselwijziging zowel in de ‘letter als de geest’ van de wet goed te laten landen, hebben we leidende principes en specifieke ambities geformuleerd. De leidende principes zijn onze rode draad bij de totale implementatie en uitvoering van de Omgevingswet. Deze vatten we samen onder de noemers: 1. Samen plannen maken, 2. De leefomgeving is van ons allemaal, 3. Veranderkracht, 4. Integraal, simpel, maar ook maatwerk als het moet, 5. Minder regels, kortere procedures. De leidende principes hebben we vertaald in ambities met betrekking tot specifieke instrumenten en benodigde veranderingen in organisatie, werkwijze en cultuur. In de Omgevingswet wordt het belang van participatie en co-creatie benadrukt. Onze gemeente heeft al uitgebreid ervaring opgedaan met het betrekken van de mienskip bij beleids- of agendavorming. Onze leerervaringen en opgedane kennis van de kritische succesfactoren nemen we expliciet mee in onze aanpak van de Omgevingswet.
Onze inzet richt zich deels op de vereenvoudiging van regelgeving, voor een ander deel gaat het om ambities in samenhang met een bredere cultuuromslag zoals participatie/co-creatie, vernieuwende dienstverlening en rol gemeenteraad/college.
2.10 Vernieuwing lokale democratie, burgerparticipatie en bestuursstijl
Súdwest-Fryslân werkt aan een daadkrachtig gemeentebestuur en een ambtelijke organisatie die meer dienstverlenend, omgevingsbewust, flexibel en opgave gestuurd werkt. De verbinding met inwoners, bedrijven, instellingen en andere maatschappelijke en bestuurlijke partners, het ‘meiinoar’ bouwen aan de samenleving van de steden, wijken en dorpen en daarmee van geheel Súdwest-Fryslân staat hierin centraal.
Wij hechten aan een goede verankering van de lokale democratie in de samenleving. Samen met de raad willen wij daarom vernieuwende initiatieven ontplooien om de opkomst bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen te verhogen naar 60%, onder andere door intensief jongeren bij de politiek te betrekken. Daarbij zoeken wij voortdurend de dialoog met onze inwoners en gaan we het werken met nieuwe vormen van burgerparticipatie voortzetten en uitbouwen.
De raad heeft eerder de ambitie uitgesproken om op belangrijke dossiers vooraf adequate en duidelijke kaders te stellen. Die kaders moeten dan gaan over de inhoud van dat onderwerp maar ook over het proces dat gevoerd gaat worden om beleid op te stellen: wat zijn daarbij de rollen van het college, de raad, op welke wijze moet de samenleving worden betrokken en hoe worden besluiten genomen? Dit sluit aan bij de resultaten van de werkgroep ‘vernieuwende rol van de raad’ uit de vorige bestuursperiode van Súdwest-Fryslân.
Wij onderkennen nadrukkelijk de behoefte van samenhang, transitie en innovatie van alle thema’s die op dit moment spelen in Súdwest-Fryslân (en daarbuiten). Maar het geldt ook voor thema’s die zich nu nog niet manifesteren, maar die zich ongetwijfeld in de komende bestuursperiode zullen voordoen. Uiteraard worden al deze thema’s verdeeld en samengebracht in vijf verschillende portefeuilles waar de afzonderlijke wethouders verantwoordelijk voor zijn, maar elke portefeuille heeft raakvlakken met de andere. Het totaal van al deze portefeuilles is echter meer dan de optelling van de afzonderlijke: collegiaal bestuur. Daarbij past ook teamvorming, samen met de nieuw te benoemen burgemeester. Deze uitdaging gaan wij graag aan. Wij willen ons steeds de vraag stellen of het maken van beleid strikt nodig is. In wezen moet de vraag steeds zijn: geen beleid, tenzij het echt nodig is. En als er al beleid nodig is dan willen we dat op een creatieve en vernieuwende manier maken, samen met alle partners. Bovendien willen we minder letters en meer beelden: de moderne communicatiemiddelen bieden andere manieren om beleid te maken en te presenteren.
2.11 Ontwikkeling ambtelijke organisatie
Wij constateren dat de organisatie in de afgelopen jaren professioneler is geworden en dat er belangrijke stappen worden gezet in de doorontwikkeling. We willen blijven inzetten op deze professionalisering. Daarbij hoort ook een meer strategische personeelsbenadering. Daarmee benadrukken we enerzijds de noodzaak van een goede capaciteitsplanning (balans tussen ambities en nodige capaciteit om die ambities te kunnen realiseren) en anderzijds onderstrepen we de wens om kwalitatief hoogwaardige strategische adviezen vanuit de organisatie te ontvangen. We zien in het verlengde hiervan ook een bestuurlijk en organisatorisch belang om ons meer dan voorheen in bovenregionale en landelijke netwerken te bewegen. Onze positie in Noord-Nederland, op landelijk en Europees niveau, vereist dat we onze netwerken bestuurlijk en organisatorisch uitbreiden en intensiveren. In deze coalitieperiode zullen wij de centrale huisvesting betrekken. Uiteindelijk zal de ambtelijke organisatie aan de Marktstraat in Sneek worden gevestigd. Tegelijkertijd speelt ook de herhuisvesting in Bolsward van de buitendienst van de gemeente.
Wij willen op diverse terreinen als gemeentebestuur een voorbeeld zijn. Dat verlangen we ook van de ambtelijke organisatie. We denken dan bijvoorbeeld aan het banenplan dat gaat over de maatschappelijke rol voor mensen met die door een beperking niet via de reguliere arbeidsmarkt aan het werk komen. Bij dergelijke initiatieven verlangen we ook veel van bedrijven en maatschappelijke partners. Wij vinden dat de organisatie van Súdwest-Fryslân hierin het voortouw moet nemen en dit ook moet tonen.
Een goede dienstverlening naar onze inwoners blijft een belangrijk speerpunt: daarin staat de klantvraag centraal. Zo willen we onder andere dat de zestien meest aangevraagde producten in 2018 digitaal beschikbaar zijn. De nieuwe website moet een volwaardig dienstverleningskanaal worden waardoor we 24 uren per dag, 7 dagen in de week bereikbaar zijn. Maar desondanks willen wij ook bereikbaar blijven voor onze inwoners die liever mondeling met ons in gesprek gaan: hij of zij mag zelf kiezen: online, telefonisch of persoonlijk via de balies in Sneek of Bolsward. We werken op afspraak. Desnoods komen de collega’s bij de inwoners thuis en worden waardedocumenten zoals paspoorten thuis bezorgd.
Verder staan we – eveneens in het kader van een goede dienstverlening – voor de uitdaging van ver(der)gaand te digitaliseren. Digitalisering is een belangrijk overkoepelend thema voor de komende jaren. Extern, vanwege de interactie tussen gemeente, inwoners, bedrijven en instellingen. Intern vanwege procesverbeteringen en nieuwe wetgeving (bijv. Omgevingswet). Hier zullen we intensief op inzetten met gebruik van de middelen die daarvoor in de Programmabegroting zijn opgenomen.
2.12 Financieel perspectief
Startpositie
De Programmabegroting 2018 en de meerjarenraming 2019-2021 vormen de financiële basis voor de komende bestuursperiode. In de programmabegroting zijn in de komende jaren middelen opgenomen voor de Ontwikkelagenda met een omvang van € 16 miljoen. Hiervan is ruim € 5 miljoen al bestemd. Voor de invulling van € 10 miljoen moeten er nog keuzes worden gemaakt. Hiernaast is er in de begroting een algemene vrije ruimte van € 250.000 beschikbaar. Deze basis vormt echter maar een deel van ons financieel perspectief.
We willen het financiële beleid uit de vorige bestuursperiode doorzetten. We willen zoveel mogelijk vasthouden aan ons uitgangspunt om de belastingen niet te verhogen. We willen werken aan een gezonde reservepositie en een dito weerstandsvermogen. Ook blijven we ervan uitgaan dat structurele uitgaven gedekt moeten zijn door structurele middelen.
Ontwikkelingen
Van grote invloed op de beschikbare middelen in de komende jaren is het nieuwe regeerakkoord. De precieze gevolgen daarvan zijn nog niet bekend. Enerzijds zijn er (positieve) gevolgen voor de gemeentelijke financiën, anderzijds komen er extra taken op gemeenten af. Welke dat precies zijn, en hoe de bekostiging daarvan is geregeld is nog onduidelijk. Op dit moment werken het Rijk en de medeoverheden aan het interbestuurlijk programma. Hierin worden programmatische afspraken gemaakt over de aanpak van opgaven waarin verschillende overheden en maatschappelijke partners een rol hebben. Daardoor is het op dit moment nog niet mogelijk om de financiële ruimte voor nieuw beleid in onze gemeente te bepalen.
Met het oog op de reguliere gemeenteraadsverkiezingen in alle andere gemeenten in maart 2018 en de vorming van de colleges heeft het Rijk het voornemen om via een extra circulaire in het voorjaar van 2018 de gemeenten meer inzicht te geven. Voor de coalitieonderhandelingen in herindelingsgemeenten zoals Súdwest-Fryslân is dat te laat. Overigens is het de verwachting dat het Rijk pas in de meicirculaire 2018 de meer precieze gevolgen van het Regeerakkoord en het interbestuurlijk programma bekend zal maken.
Het voorlopig onzekere financiële perspectief betekent dat invulling op een later moment moet gebeuren via de reguliere planning & control-cyclus (kadernota en opstellen programmabegroting). In het voorjaar van 2018 is meer informatie bekend vanuit het Rijk, zodat wij dan beter onderbouwde keuzes kunnen maken.
Vanuit de vorige raadsperiode is in de Programmabegroting een bedrag van € 250.000 vrijgehouden voor de nieuwe raad. Wij stellen de raad voor dit bedrag te verdelen over het verenigingsleven (loon- en prijsontwikkelingen) en de aanleg van kunstgrasvelden.
3. Het vervolgproces
Dit akkoord is een hoofdlijnenakkoord. We hebben de belangrijkste onderwerpen beschreven waarop de coalitie van CDA, PvdA, VVD en GroenLinks zich wil richten. Dit akkoord is in een zeer korte tijd tot stand gekomen. De komende maanden bespreken we dit verder met de gemeenteraad, met onze inwoners, met het bedrijfsleven, met de landbouw en met maatschappelijke instellingen. Dát proces willen wij na 2 januari 2018 vorm gaan geven en afronden in het vroege voorjaar, zodat het de opmaat kan zijn voor de kadernota die wij in de laatste vergadering voor de zomervakantie met de gemeenteraad willen bespreken. Daarin noemen wij dan ook de speerpunten die wij eerst op willen pakken en die later in de tijd aan de orde komen.